closeTerug naar inventaris

Transcriptie

91.

Negorij staande saboa, alwaar zitplaats genomen zijnde zo vroeg

den Heer Gouverneur aan de aanweesende dorpelingen of zij ook

iets ten laste van hun Radja te klagen of te versoeken, hadden

welke vrage zij gezamentlijk met neen beantwoorden onder„

betuiging dat zij met het bestier van hun dorpshoofd ten vollen

gecontenteert zijn, terwijl dezen ten opzigte zijner ondergestel„

„de een gelijke betuiging deed met versoek om in hunne oude

voorregten te mogen worden dewijl de volkeren van Hatiahoe

het land bezijden de Rivier Bemoe pretendeerden, daar hun„

„ne grens scheiding zig uijtstrekte tot de Rivier Bobot; den

hier mede present zijnde orangkaij van Hatiahoe hier op ge„

„vraagd zijnde of hij het hem op Amboina zo wel in de

Hollandse als arabische taal verleende afschrift van het in

a:o 1727: ten tijde van den Ed: Heer Gouverneur Bernard on„

„der de Hongij ten Comtoire Saparaia door de toenmalige re„

„genten en oudstens van die twee eregoryen getroffene en door

gem: Heer Gouverneur Bernard geconfirmeerd accoord dien

aangaande hadde mede gebragt antwoorden hij van Ja en

gaf dat Papier tevens over aan den Heer gouverneur dien„

„teerende dat geschrift dat ter dier tijd de Contractanten in't

die twee gehugten onderling zijn over een gekomen dat de

rivier Bemoe de grens scheiding tusschen de Landerijen van

die twee negorijen zoude bepalen, zo dat al het geene op deze

zijde van het rivier gelegen is aan de volkeren van we„

„rinama en het geene op de andere zijde is leggende aan

die van Hatiahoe zoude toebehooren, weshalven en niet

tegenstaande dit accoord die van werinama en Tanifora

geweldig