Transcriptie
hij radja 'tselve niet
belet hadde, met versoek
daerinne geliefden te
voorsien
—
exouijs over dat niet
thuijs is geweest
om alleweske
vorenstaende redenen
den ads.t nels caes
andermael der
Samarang
Van Banda den 17=' Maij 1690
redenen ook de wetteresen al voor lange ged=te kifferesen
met de wapen van daer zoude hebben gejaegt
soo hij radja na zijn voorgeven tselve niet hadde verhindert,
des versogt dat wij tot voorkominge van onheijlen
daerin tijdelijk believen te voorsien, en Radja backer
gelasten dat hij sijne onderdanen van wetter te huijs
op ontbode, sig wijders met een Compliment excuserend,
dat bij ’t aenwesen onser Chialoep van huijs geweest, en
daeromme met dat bodempje voor de EComp. geen wax
hadden kunnen afschepen, sonder meer, vide aenkomende
briefboek onder dato voormelt te vinden, waerop dan
met het kenteren der Z: EE: beurt winden, bij ons in
vergaderinge van 21.n maert gelet zijnde verstaen
wierd, tot afhalinge van een goede partij wax, datw'
nu al eenigen tijd ten diersten vande burgeren hebben
moeten inkopen, als mede om de poste delfshaven
van het benodigde te versorgen, dog wel ten principalen,
om met onse ordres tijdelijk te voorsien dat gedagte
twee Eylanders, om het voren aengehaelde, in geen
verdere verwyderinge geraekten, den adsistent
nels Caes, p.r de Chialoep Samarang, hoeeer hoe
lever andermael dat uijt af te zenden, gelijk dan
ook