Van Banda onder dato 17:'n Maij 1690.

vlytig persoon nog verder mogt erkent werden, en dat

dit jmmers voor te komen zij, met de E Comp.e suijver

wax, in stede van aerde en vuijligheijt te leveren; hier op

song den gem: radja het al overlang ingestelde

dentje dat hij 'tselve sodanig vande Jnwoonders ontfangt,

en sonder sijn prejuditie niet schoonder nog suijverder

aende EComp. kan leveren, hierop quam uE: agtb: ordre

welte stade van hem af te wagten, wat welde naeste

prijs soude wesen, waer voor het geheel suijver soude konnen

leveren, op dat uE: agtb: daervan bewust zijnde, hierop

in aanstaende mogt bedencken, daer ik voor eerst van

hem geen antw: op bequam, maer hem andermael

ernstig uijt uE: agtb: naem afvragende, uijtende dese

naervolgende redenen; dat zoo bij aldien denselven het

geheel suijver leverde, voor de tarra van dien, dat soo

voorgat wel 30: lb: soude komen te bedragen een somma

van 3. rd.s verhoging (onder uE: agtb. welnemen) soude

versoeken te mogen genieten; gemelte zijn E: sendt

aen UE: agtb: p:r desen bodem ter schenk een p:l wax.

benevens een opgevilde kaijman ontrent 3. voeten

lank.

met dese gelegentheijt weerd door gedagte radja

salomon uijt de kleden uE: agtb: hem toegesonden; en

door

135