Transcriptie
25.
Van Bantam Den 9.' December A:o 1729.
advijsen aan uEd: groot agtb: van den 6:' deser, is den
zulthan al vrij tijdig te raade geworden na Bata„
„via te depecheeren zijnen Sabandhaar van de speel„
wijkse boom Kiaria Soera doera en tommegom
tangsa ita met speciale last, om in name ende
van weegen den vorst te institueeren sodanigen actie
als zijn hoogheijt persisteert te hebben op den boedel
van den overleden Chinees Capitain Sraawakd:
wienslijffeijgen Tanglaij egter nog aanhoud met
de ontnomen goederen van den chinees Tanjauweko,
zoo dat voorsz: zendelingen en brengers van dese
onses weetens niet anders medeneemen als een
briev van zijn hoogheijt aan uEd: groot agtb: bene„
„vens een geschenk van negen bharen witte peper.
De retourscheepen, bij onsen Iongsten vermelt, blij„
„ven als nog voor de Bantamse bhaeij suckelen door een
westelijke tegenwind, dewelke altans schijnd te willen
aanhouden, ’t geen egter contrarie verhopen, ten eijnde
die kostelijke kielen spoedig het nauw van Sunda mo„
„gen uijtraken tot voortsetting en volbrenging hunner
reijse na Nederland, onder den Zeegen van God almagtig.
waar mede dese besluijtende verblijven met respect /:onderstond:/
hoog Edele gestrenge, wijd gebiedende heeren /:lager:/ uw hoog Edelens
onderdanige dienaren /:was getekent:/ Ioh: Sautijn,
M:s de Graaff, J:n Steenwijk, Simon Groenevelt /:in
margine:/ Bantam den 9.e December 1729.
Translaat