closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Bantam Den 12.' December 1729

denselven die saak sodaiig wilde behandelen, wie dan

soude instaan off aanspreekelijk zijn voor alle ’t geene

uw hoog Edelens zoon van meergem: ngoea was

competeerende, waar op door den commandeur

Johan Sautijn aan voorn: aria weegnja kasoema

Nagara in andwoord toegevoegt weesende, ik ben

niet in staat om aan de begeerte van den Soeangsul„

than te voldoen, wijl sulx alleen affhankelijk is van

de magt en authoriteijt van den heere gouverneur

generaal ende de raaden van India zoo is ’t dat

uw hoog Edelens zoon Padoeka sirij Sulthan bij desen

komt over te zenden de persoonen van aria Soera doeta

en Ke tommanggong wangsa ita, om voor den heere

gouverneur generaal, ende de raaden van India te

verschijnen ter bekentmakinge van ’t geene in desen

briev van suijvere en opregte vrindschap vermeld staat

en waar omtrent uw hoog Edelens zoon Padoeka

Twij Sulthaan seer instantig uw hoog Edelens ad„

„sstentie en hulpe is versoekende, mitsgaders dat den

heere gouverneur generaal ende de raaden van India

medelijden met uw hoog Ed=s zoon gelieven te hebben

wiens nood-druftigen, en onvermogende toestand

uw hoog Ed=s ’t allerbeste bekend is.

voorts versoekt uw hoog Ed=s zoon instantig dat aan

hem

29