Transcriptie
67.
_
Van Amboina, den 27:' 7ber: 1742.
dat vuijlaardig geboette onvoorsiens
overvallen en bespringen, mitsg=rs
sodanige advantage en represailler
op dat schelmse Rapsodie behalen
mogen als door ons en haer al totmaintenue
hunner eijge ruste
woorlange tot Maitien van rust en vrede
en vreede is gewenst geworden
terwijl tot sest deser Inlandsche
Materie nog sijn bijvoegende, ende eerbiedig berigt
der gedecidireerde
quisitien so tussen
ter seer g'herde kennisse van uw
den radja van pap„
Hoog Ed„s zijn brengende dat ter onse rie en den pattij van
thamakae.
te samen komste van den 19:' maer
eses Iaars almede omtrent de
voor lang geresene questien en
differentien so tussen den radja van
de negorij paperoo Pieter Pattij„
messen en den pattij van Jhamasoe
Domingos Abrahamsz: resortee„
rende onder het Eijland Saparoua als aen orang„
Caij van Cajelij, en
als tussen Sama Orangeaij van pattij: van celialij
gemoveert over
lemietschijdinge
van’t Dorp Cajelij en oossing
eeniger landerijen.
pattij en hoofd konde negorij te„
lia, beijde loest gem: gehorende
onder tot Eijland vvan Bouro
gemoveert over Lemietschijdinge
van