Transcriptie
90
Translaat Maleitsche
Missive geschreeven door den Piegee„
„enden en Jongen Koning te Siac
Padoeka Sirie Sulthan Tahia
Achmatcha, en Radja Ali, aan
den Wel Edelen Getrengen Heer
Pieter Gerardus de Bruijn
Gouverneur en Directeur en den
Raad der Stad en Fortreesse Malacca
Ik maak mijnen Vriend bekend, dat ik deezen hoewel hij
niet is gelijk behoorde eenelijk zend uit hoofde dat ik in
het zekere geinformeerd ben, /:want zijnde dit berigt mij ge„
„geeven door mijn egen met eene kakap van Riouw ge„
/komen volk :/ dat Radja Moeda van Riouw zelf, naar
diac staat te komen om hetzelve aan te kasten, met
tagtig pantjajap zoo kleine ald grooten dewelke ten
dien einde bereeds altemaal in het water gebragt zyn; en
dat ik om mijnen Vriend van deeze tijding kennisse te gee„
„ven teffens naar Malacca laat vertrekken mijnen broeder
Geid sien op dat mijn vriend moge weeken dat het dus„
danig gelegen is
Op alle panjajaps zoo veele als er op Siai zijn hebbe
ik bereeds het gischut aan boord laaten brengen en zal
ze naar beneeden zenden tot aan de Coeboe of batterise
Ik verzoek derhalven mijnen Vriend, om mijnen broe„
„der den Grooten Heer Spoedig naar herwaarts te willen
laaten