Transcriptie
„gens van Johoor Radja Hadjie aan den
Wel- Edelen Gestrengen Heer Peter
Gerardus de Bruijn Gouverneur en
Directeur der stad en Fortresse Malaa
beneevens den Raad
Inbeiding naar Sewoonte
Jk ben ten uisersten verwondert wegens, mijnen Vriend, de werlck
tijding bekomen hebbe dat mijn vrieuw mn niet meerder ver„
„trouwd, ik denk in mynen Lart geen kwaad omtrent meijnen
vrieus te hebben begaan, ik weet het niet is hetwaar den
of is het niet naar waarheid alles wat mijn vriend zegt
dat volge ik op in alle deele, gelijk toenik op Maar was
heeft mijn Vriend begeert dat ik naar Riouw te rug heere
oen dat de Onderdaanen van meenenen ongeruist waren,
en uit dien hoofde ben ik ook direct naar huijs gekeerd
tansis mg berigt dat meijn vriend mij mistouwd, der„
halven ben ik in mijn hart grootelijks verlegen, en
zend om dee reden deezen brief met Douang Reg, die een
vrouw op Malacca heeft
Ik hebbe niets om tot een blijk aan mijnen Viend te zen„
„den, als mijnen wensch dat mijn vriend veel zegen moge
hebben, en bevrijd blijven van alle moeielijkheden
Geschreven op Poele Beram Diwa den 22 dag der maar
Mocharam op Saturdag om twee uuren 1196, zijnde ze
weest den 21 of 28 December 1782 /:onderstond/ Getranslap
„teerd volgens op gaave van den Tezwooren Plk Intge
Peijer Malacca in het Casteel den 28 Januari. 178.
/:lager/ door mij /:getekend:/ C. G. Baumgarten E g Ko
/:in margine stond:/ voor de Opgaave /:getekend:/ met
Maleitsche letteren
Aan