Transcriptie
43.
voorgalderij, beneffens rondsom voorsien met uijtsteekers en panne gedekt,
aan het Logement der Mattreesen en Ambagtslieden, door dit Haliaans
gebouw, in de reegenmoesson van wijnig dienst was, door het inslaan der
reegen.
Een door loopende goot langs het Equipagie Pakhuijs, Equipagie meesters,
en verdere zee officiers wooninge Een water punt op de agterplaats van
d’ Secretaris wooning in het Blok N=o 17: welk in a„ vergange door de aan„
houdende regen; niet gemaakt kon worden
Een Brand spuijthuijsje bij het ’s Comp:s quartier van 30: voeten langen 18 breed
Het blok bij het Plan gemerkt met N=o 14: uijtmakende het Gouvernement,
en annexe secretarij zijn omtrent alle de Tondamenten loven de grond,
mankeert eene lik eenige klijne tusse de agtervertrekken, zijnde in volgen
der voegen aangelegd, en zal verder g’Erigeerd worden, als twee met de
stoep voor uijt springende zal en ter diepte van 38: en breed 24: voeten.
Een voor binnen galderij ter breete van 18: en Diep 24: voeten
Een binnen agter d„o
en
„
d„o „ 45: „ d=o 24.
„
aan dies zeijde 2: kamer ter breete van 20: en diep 24. voeten
twee door loopende voor en agter stoepe ter diepte van 13: voeten de agter sloep
voorsien aan beijde kanten, met twee vertrekjes van 12: veeten in het vierkapit
op de agter plaats een groote keuke en een klijndere d=o voor de stave Een
groote Dispens en een d=o Pakhuijs met nog 15: defferente slave en andere lij
vertrekken twee water putten met nog een door loopende galderij van het
huijs tot na d’agter vertrekken ter breete van 16 voeten
De Batterij voor de Burger wagt, welke met kleij is opgemetzeld geworden,
is door de sterke reegenen en afloop van water op twee plaatse een winig in„
„gestort, door het uijtspoelen der kleij, dog weederom met eene geringe Re„
paratien in onder gebragt.
voorts is 'er eenige reparatie gedaan aan stads bruggen en rioelen, welke
gebreeke veroorsaakt zijn door de sterke reegen en swaare rieviers afwatering
verders is er een zelder gemaakt van Jnlandse planken, boven de Raad ka„
mer binnen het bouwvallig stads huijs, en eenigsints gepleijstert en gewit
overigens is het quarts volk beesig, met het uijtgraven van Fondamenten,
aan