closeTerug naar inventaris

Transcriptie

235

„baaij met 19: Schooten gesalueert en waarna om 7: uuren

aanboord quam, het Saparouas Opperhoofd Blondeel

welke den Heer Gouverneur met zijn Ed: behouden komst

tot hier toe quam Complimenteeren; komende vervolgens

meede agter den anderen bij de Heer Gouverneur de orangkaijs

van de Negoryen Kamariang en Sererwawang, met

den Schoolmeester dier beijde Negorijen, om hunne verpligte

homage aan zijn Ed: te bewijsen, rapporteerende den Eersten

van de Heer Gouverneur teevens, dat zijn zoon, gisteren morgen

naar ’t bosch gaande, om eenige Houtwerken te kappen Circa 3:

meijlen boven bij de Revier waira in't bosch had ontmoed, eenige

plantjes van Nagul Boomen en daar onder een groote, van omtrend

drie voet dik waar van hij een tak met dies bladeren te huijs heeft

gebragt, dewelke gemelde orangkaije tans van de Heer Gouverneur

vertoonde en bevonden wierd van Egte Nagul Boomen te zijn.

Dan dewijl het zeer donker en bereeds over 10: uuren was, de„

pecheerde zijn Edele gem: Regenten weeder naar hunne Nego„

rijen, onder toezegging dat zijn Edele op Morgen zelfs aan de

wal zoude komen en daar omtrend de nodige orders stellen

Circa 11: uuren voor de Negorije Samariang het anker op 21: v=m

water toegelaten en het Hoofd Blondeel tot hier toe bij de Heer

Gouverneur aanboord gebleeven zijnde, verzogte denzelven

van zijn Ed: om vooraf te mogen vertrekken ter receptie van

zijn Ed: op zijn Comptoir Saparoua 't welk hem door Hoogst

denselven