Transcriptie
239
hebbe ik mi met 9’andere soldaten op de Negorij Camarian
vervoegd en mij van daar vervolgens begeeven, boven de rivier Waira
in ’t bosch genaamd Anamarisa alwaar ik gevonden heb, Een groote
vrugtlaare en 94: Jonge Nagul boomen, welke ik afgepapt en tot de
wortel toe verbrand mitsg:s de 94: gem Ionge telgen uijtgeruijt heb„
be, verhoopende hier meede aan de Commissie die ik bereijd ben met
eeve te bekragtigen, volbragt te hebben, noeme mij met diep ontsagen
verschuldigde eerbied : onderstond:/ wel Edele Gestrenge Heer /:lager:/
uwel Ed Gestr: gants ootmoedige en gehoorsame Dienaar /was geteekend:/
I: C: Kreebel /in margine:/ Saparoua Deursteeve den 17: No„
„vember 1786.
Ontfangende de Heer Gouverneur heeven ook, het Schrifte
lijk Rapport, weegens de opgisteren geordonneerde verbranding
der onleeverbaare 3000: lb Nagulen welke papier onder de
Bijlagen te vinden en van volgende inhoud is
Aan den wel Edele Gestr Heer Adriaan de Bock,
Gouverneur en Directeur deeser Povintie
wel Edele Gestrenge Heer
wij hebben in voldoening aan de g’eerde ordre ons begeeven in het
Gortres alhier en aldaar afgewoogen een quantiteit van Drie Duijsent
ponden, zoo aan Moer als bevorven Garioffel Nagulen, welke vervol„
„gens verband ende Asche in zee geworpen zijnde, zoo blijven wijlereid, voor
de getrouwe verrigting /des begeerd werdende:/ den Eed te presteeren, en
noemen ons met alle veneratie /onderstond/ wel Edele Gestr: Heer
/:lager:/ uwel Ed Gestr: onderdanige en Trouw schuldige Dienaaren /was„
geteekend:/ C: Hoffmann en C: M: Berner /in margine/ Saparoua
ter fortres Duursteede den 16: Nov: 1786 /lagerstond:/ ter mijnen overstaan, / was
geteekend:/ I L: Brusz Proint=t H: Fiss=z
Des