Transcriptie
bereeds gestelde ordre door de Leeden Hoffmann en Berner, ten
overstaan van den prointrem Hongij fiscaal Brusz: nagewoogen
verbrand en de Assche, vervolgens in zee geworpen, mitsg=s door hen
dit een en ander van schriftelijk berigt onder preesentatie van Eede
gedaan zijnde, is verstaan met de aanbieding van den Eed zig voldaan
en daar van deese aanteekening te houden
Den Heer Gouverneur aan de Leeden der vergadering te kennen geevene
dat bi Hoogstdesselfs aanweesen te Amboina aan zijn Edele was
overhandigt geworden Een Maleydsche klagt schrift, door Sommige
Jnlanders van de Negorij Tiouw onderteekend inhoudende verscheijde
heerige klagten en doleantien over het slegt regime in dat doop
van hun Regent den Pattij David Pattijwael, bestaande
in verkortingen, Extortien, knevelarijen en mishandelingen
die hij Pattij geduurende zyn bestier zoude g’exerceert hebben en
die, zo zij voorgaven, voor hun zo ondraagelijkwaaren, dat ze
op het kragtigste moesten versoeken, om hen desweegen behoorlijk
regt te doen: waar omme zijn wel Edele alverder betuijgde daar
omtrent reeds nauwkeurig had laten informeeren, dog van de
gegrond of ongegrondheijd van hunne klagten, zyn Edele nog
niet ten vollen was gebleeken, dewijl zijn Edele daar bij was voorgekoo„
men, dat een ander geverlte van dat Negorijs volk, de voordeeligste
Getuijgenissen van gem Regent kwamen te produceeren, en over zulx
als