Transcriptie
Maandag
weder onderzeil na dat den oud orangkaij van Assiloeloe als
voor zijlder last bekomen had om een lanthaaren met ligt in zijn
agter mast te gangen en bij de hoek der rivier groot Timor ten
anker te gaan ter afwagting van tijding van ’t voorafgezondene
smaldeel onder Commando van den vendrig Foekens; invoegen
de dreggen dan ook bij die hoek op
den 10: November 'smorgens half Een uur in de grond gelaten
wierden om de vermiste pantjallings in te wagten en tijding
van den vendrig Fockens te erlangen, dan vermits zo men
van dezen als dan de vermiste vaartuigen iets vernomen
wierde zond den Heer gouverneur den bode bij 7: uuren smor„
„gens op kundschap uit de rivier Lammangsaij Timor met de
wel scheppende en zijlende orembaij van Assiloelo, waar mede
hij 's namiddags ten 1: uur te rug keerde, met berigt dat op
gem: vendrig Fockens zig met zijn smaldeel bij de rivier be
„vond. dog dat den Rebel eoekoe van daar reets gevlugt was,
den soldaat Lourens Thalauw van collot bescheiden op orem.
„baij waij heeden middag overleeden en zijne nagelatene goe„
„deren op ordre van den Heer Gouverneur ter presentie van
den Capitain Luitenant militair Ostrowskij en den secret:s
der Hongij vloot Hindemith geiventariseert en vervol„
„gens in een kist gedaan en verzegeld zijnde wierd dieslyk
heeden namiddag te 3: uuren met militair honneur aan
de wal begraven gaande de vloot om 5: uuren 's avond van
hier weder onderzeijl, scheppende langs de wal na waroe
ontmoetende onderwege den vendrig stockens met dies
smaldeel