Transcriptie
95
Eersamb
Onderrigt zijnde dat door een van ulieden 10: Alphoeren en
1: keffinger met hun goederen aangehouden worden, zo gelaste
UE die menschen, opzigt dezer op vrije voeten te stellen met al
dat hen toebehoord, ten ware uE voor ’t tegendeel wettige reden
mogte hebben die mij als dan ten eersten moeten bedeeld en
die menschen in zulken gevalle te Saparona opgebragt wor„
„den, zo spoedig mogelijk, het vaaren zonder pas en de vijan„
„delijkheeden welke die menschen tegens hunne landsgenooten ge„
„pleegd hebben; zijn geene aanneemelijke reden warom zij be„
„hoeven aangehouden, maar ter Contrarie om ten eersten kost
en schadeloos ontslagen te worden dit diene dan tot uwer onder„
blijve/
„rigten, terwijl ik inmiddens gaarne /:onderstond:/ uE vriend
/:was geteekend:/ I: A: Schilling /:in margine:/ op de Admiraals
Corcorre Bonoa scheppende van Lepa na Amahij den 26:e
November 1788:.
Dan vermits opgem: oudstens den Heer gouverneur na ’t
teekenen van dit briefje berigte de voorsz: pantjallings voor
Kellemoerij gezien te hebben en hij de te rug reijse niet konde„
onderneemen voor hij de mede gebragt papoese slaven en an„
„dere handel wharen te Ambon verkogt of tegens andere
benodigtheeden verruilt hadde, wierd de afzending van dit
briefje opgeschort en dien oudste zijn afscheid tot vertrek
gegeven na Saparoua om na aldaar gevisiteerd te zijn en
zijn pas vertoond te hebben de verdere reijse na amboin
te