Transcriptie
Van Bantam Den 16.' Januarij 1730.
als mede gesanten met denselven vertrecken den radeen
rignia Coessoema nagara tweede opsigter in de leverantie
van den Lampongsen peper aan d’ Comp: Ratoe Baggoes
wangsa doeta schoonzoon van ged:te rijksbestierder, mitsg=s
aria ranoe Ioeda en tommegom Raksa dipa hooffden
van 'sSkonings wagters op het voorhoff: mede hebbende een
briev van kunnen meester aan uEd: groot agtb: benev:s
een geschenk van een hondert bhaaren swarte en dertig
ditos witte peper sullende geduirende het affweesen,
„ van meermelte menisters, het cestier
van saken betreffende den peper en al ’t geene verder
ten belange van de Comp: met hare ministers alhier
dient verrigt te werden blijven toe en aanbetrouwt 'sko„
nings swager en eerste peper financier panger: Coessoema
diradja, item over stad en land saken beijde des zulthans
woelagtigste zoonen de pangerangs rana mangala en
Radja ningrat mitsg=s over de weereldlijke en geeftelijke
regts-gedingen de panger:s Callij Samsoedin en Tadjoel alam.
wijders verselt desen een request gepresenteerd aan uEd: groot
agtb: door den alhier bescheijden militair Capitain
Hendrik Duirvelt, ten eijnde in die qualiteijt gunstig te
mogen geimploijeerd werden in Bengalen, als hooft over ’s Comp:s
militie aldaar, vermits die bediening vacant geraakt zoude weesen
—
door het overlijden van den capitain Samuel martinus hoogerwerff
waar mede desen besluijtende verbliiven met schuldig respect. /:onderstood:/
hoog Edele gestrengeheijd gebiedende heeren /.lager:/ uw, hoog Edelens
onderdanige dienaren /:was getekent:/ Iohan Sautijn, - - - -
M:s De Graaff /:in margine:/ Bantam den 16:' Januarij 1730.
—
47.