Transcriptie
Van Bantam Den 8.' Februarij 1730.
eijgen loffuijting schijnende te sullen schuldig maken,
sal ik mij daar van onthoudende, het Iugement
overlaten aan het wijs en doorsigtig oordeel van uw
Edele groot agtb:, en van derselver benevoleutie ootmoe„
„dig bij desen versoeken tot het administreeren van op„
„gemeld gebied, gunstig aangesteld, en g'emploijeert
te mogen werden in welkers verwagting, en hoope
mijnen ijver en verrigting successive uw Edele groot
agtb: applandissement sal erlangen, besluijten onder„
„schrijvende met de grootste eerbied te zijn /:onderstond:/
hoog Edele gestrenge wijd gebiedende heeren /:lager:/ uw'
Edele groot agtb: ootmoedigen en prouwschuldigen die
„naar /:was getekend:/ Joh:n Sautijn /:in margine:/
Bantam Den 8.' Februarij 1730. —
Batavia.
Aan zijn Edelheijt, den hoog Edele gestrengen heere
H:r Diderik Durven
Gouverneur genepaal ende Edele heeren Raaden
—
van Nederlands India.
Hoog Edele, gestrenge groot agtbare,
E:r den kiaria
Radja Padana
ontvangen den
Erntfeste, manhafte, wel wijse, voorsienige
24. februarij 1730.—
seer genereuse, wijd gebiedende heeren. —
3