Transcriptie
73.
Dankzegging voor de
permissie nopens de
voort naar en van
china
Tegen de komst van
Mandharunhen in Wadjoree
„schen op strouw kunnen
wij nog niets doen
hem te kaap geschikte
sloop met Commissiee, ge
„schut enz. te voorzien
deeze plaats te doen aanwakkeren, en langs dien weg ook den aan„
„voer van rijst te bevorderen op den 14 Augs. genomen hebben, om
alle de bruine peper, welke zij aanbrengen, voor de Compagnie in
te kopen tot den prijs van rd. 155/8 voor het pikol, nadier dezelve
met een avans van 50.–. percent weder van de hand gezet kan
worden
§ 121 Voor de verguining aan de Mallaccasche ingezete„
„nen, om niet alleen naar de Chinasche kust tot Canson inclie„
„sive te vaaren, maar ook bij retour uit de Chinasche havens naar
Batavia of herwaarts te stevenen zoo als zij dat verkiezen zul„
„len dog naar geene andere plaatzen, bedanken wij uwer Hoog
Edelheden hunnentwegen bij deezen
§ 122 De Mandhareeschen en Wadjoreeschen, tegen welker
vaart naar herwaarts uwe Hoog-Edelheden ons beveelen
zoo veel mogelijk te waaken komen niet hier, maar op Riouw,
en van daar zien wij voor als nog geen kans hun te weeren, ofschoon
wij moeten toestemmen dat die vaart zeer nadeelig is voor de
Compagnie
§ 122 De Capitein ter Zee Abo, Fiscaal Couperus, en
Licentmeester Hoijnck van Papendrecht hebben aan ons
bij een Request te kennen gegeven, dat zij eene Pegusche sloep
hadden gekogt, en de Onderneemer genaamd, met intentie om
dezelve aan het fortum van den Oorlog op te offeren, verzoeken„
„de derhalven dat wij aan dit zielse niet alleen Commissie verlee„
„nen wilden, om te kaap te vaaren tegen onze openbaare vijanden
de Engelschen maar hetzelve ook adsisteeren met de benoodigde
Conons en andere oorlogs-munitien. En dewijl wij met hun
oordeelden; dat dit vaartuig, wel toegerust zijnde, door zijne
snelheid in het zelen en ondiepheeden, zeer geschikt zoude
weeten
be
te