Transcriptie
Wij monenderhalven UwerwelEd: niet flatteeren met de hoop
van uetdik Gouvernement eenig geld te ontvangen, wij
zijn metsveel agting /onderstond:/ Wel Edele Gestrenge
Erenteste Manhafte, wijze voorzienige Zeer Discreete
Heeren en Vrienden /lager:/ Uwer wel Ed zeer bereidwillige
Dienaaren / getekend:/ P: G: de Bruijn, A A verndlij
J Hensel A Couperus i Thierens F B Hoijnk
van Lapendrecht en H: I Wiederhold /in margine stond:/
Malacca in het Catteel den 28 October 1782
Aan den Koning te Aangenoor
In ledeng naar gevoorte
n
Ik heb mijnes vriend brief met genoegen ontvangen, en dank
„mijnen Wiiend, voor het daar bij gegeeven berigt van het overleeden
van zijnen Heer Vader; terwijl ik meynen vriend congratuleere
met zijne opvolging en de regeering, wenschende dat myn Vriend
dezelve met geluk en voorspoed waarneemen, lang en vergenoegd
leeven en eenen onverwekkelijken roem verkrijgen moge
Maardewijl wijlen mimes Vriends vaeder regen het verdrag, door
Radja Slangenoor, en den Soulibatang; zoo voor zig zelven als
voor Radja Said, die hun daar toe gemagtigd hadt en de
gantsche Slangenoorsche Gemeente, in den jaar 1758, met
de Nederlandsche Oosendische Compagne plegtig geslooten
en bezwooren, niet alleen alle vreemde Europeesche en
Jnlandsche Naken ten handel geadmitteerd, maar ook aan hun
gepermitteerd heeft den inkoop en vervoer vanting hetwelk
volgens het gemelde Verdrag alleen aan de Compagnie ge„
leverd moet worden, en zelfs de Compagnie allen mogelijken
afbreuk heeft zoeken te doen in haren ten handel op
Kombouw