Transcriptie
243
dat de Heer Gouverneur het fort en daar in staande gebouwen
eens geliefd te komen bezigtigen, onder te kenne gave, dat mees„
„tendeels der Houtwerken aldaar, zodanig verrot en vergaan
waren, dat niet in staat is om ’t dak van de Nagul Pakhuij
„sen, voor de lekkagie te kunnen tegenhouden werhalven
zijn Edele Zig ook op stond derwaards vervoegde en bevond
alles nog in denzelven vervalle staat als in anno passato,
waaromme Hoogst denselven ’t Hoofd Blondeel recom„
mandeerde, het een en ander zo veel mogelijk, voor ligte
reparatien te onderhouden en het dak van het Nagul Pak„
huijs, ter voorkoming van Zwaarder lekkagien, met adap„
„pen te verhelpen.
waarna van daar terug gekeerd en om halff 6: uuren de
Hongij vrienden, Jnlandsche Regenten en mindere sComp Die„
naaren aan 't opperhoofds wooning verscheenen zijnde, nam de
Heer Gouverneur van ’t Hoofd Blondeel en desselfs Huijsvrouw
afscheijd, mitsg=s van den Eerm=m D:o Zomerdijk, die op Hatoano
en van daar vervolgens tot Amaheij, zijn kerkelijke visite zal
moeten vervolgen; werdende invoegen en onder het zelfde salut
en Ceremonien als bij aankomst, tot het Strand geconduiseerd,
terwijl de Heer Gouverneur het Hoofd Blondeel op zijn ver„
zoek excuseerde, zijn Edele verder uijtgeleide te doen; en voorts
naarboord van de Corre Corre Bonoa vertrok, daar gekomen zijn„
de