Transcriptie
253
Hierna door den oud Radja van Ethij Tanoeroe Toheteroe met
de gesamentlijke Hoofden van de revieren Supalewa, Ethij en Talla
te kennen gegeven wordende, hoe zij met hun volk, in hunne gehugten
dagelijks aangerand geplundert en vermoord wierden door den gevlugten
Capitain Lanirie Pelakahoe met zijne adherenten, mitsg=s dat zij lieden.
voor het houden deezer Sanirie niet bestand genoeg geweest waren
om hem het hoofd te bieden, of hem in zijn eijgen Schuilnest tegaan
bespringen, dog vermits hij thans onder elkanderen door het drinken
van de Matacaun, de zogenaamde Pela gemaakt, of in verbond ge„
treeden zijn zij derhalven de Heer Gouverneur en de vergadering
instantig versoeke om gemunieert te worden omme Gesamentlijk
of ieder in't bijzonder met hun volk na dat hen de geleegenheijd best
zal dienen, gemelden boosdoender te mogen gaan op zoeken en was
't mogelijk het zij leevend of door hem te bemagtigen, om door dien
weg spoedig van zo een roervink bevrijd te raaken alwaar om„
me in aanmerking gekoomen zijnde niet alleen dit hun bil„
lijk versoek, maar vooral ook om doormiddel van deese berg
volkeren, spoedig en zonder veel hazard of perikel, van gem:
booswigt Pelakahoe meester te konnen worden, zo is derhalven
goedgevonden en verstaan, hun versoek te Condescendeeren en
hem na het aflopen deeser vergadering, een schriftelijk qualificatie
ten dien eijnde te verleenen /onderstond:/ Aldus Gedaan en
Geresolveert te Paumahoe aan Cerams binne Cust Dato
voorsz: /:was geteekend:/ A: d: Bock: B: Smissaert, I: Hoger„
waard, C: H: van Capelle, F Ostronsky, C: Hoffmann
I: M: Berner en F: L: Brusz:
Vrijdag