Transcriptie
68½
=o 4.
Dienaar /:geteekend:/ met twee kruijsjes en daar bij ge„
„schreeven, tekena Davia vloijo en Abraham
Christoffelsz:, en Balthazar waas /:in margine:/
Baquala den 9: Mart 1788.
Aan als Even.
In schuldige observantie uwe wel Ed: Gestr Agtb: hoog guer„
„de ordre hebben wij needrige teekenaaren ons naar de
Negorijen Alang, Lillebooij, Hatoe begeven en deselve
nauwkeurig gevisiteerd dog in geene derselven niets het
minste van specerijen ontdekt verder zoo hebben wij de
Bosch kagie boven gem: Negorijen doorsogt en alle die
daar in bevonde Bosch Huijsen verbrand dog ook niets het
minste van Nagulen alaar gevonden warmede verhope
de Hoog g’eerde ordre van uwel Edele Gestr: Agtb: vol„
„daan zullen hebben zo gebruijken wij de vraijbostigheid,
van ons met waare Hoog agting en met alle eerbied te
onderteekenen /:onderstond:/ Wel Edele Gestrenge
Agtb: Heer /:lager:/ Uwel Edele Gestr: Agtb: onderdaa„
„nige en trouwschuldige Dienaaren /:was geteekend:/
A: Weeber, Joseph Nieman, Simon Tansen en
met nog twee kruijsjes daar bij geschreeven
Elias Butters en Simon Manahoe„
„ toe
Aan