close

Metagegevens

Archiefinstelling

Nationaal Archief, Den Haag - NL-HaNA

Toegang

1.04.02 - Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

Inventarisnummer

7943

Volgnummer

0611

Reeksen

152 Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

subdirectory-right

152 Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

subdirectory-right

Deel II Kamer Zeeland

subdirectory-right

Deel II/E INGEKOMEN STUKKEN VAN GOUVERNEUR-GENERAAL EN RADEN BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND

Voor een toelichting zie hoofdstuk 3, p. .

subdirectory-right

Deel II/E.5 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden van de kantoren in Indië

Van ieder kantoor zijn eerst de reeksen kopie-missiven en -rapporten met bijlagen opgenomen. Dikwijls zijn echter ook van de bijlagen aparte reeksen gevormd. Dit is weinig consequent geschied en het is daardoor mogelijk dat stukken die in zo'n reeks bijlagen ontbreken, terug te vinden zijn in de reeks kopie-missiven en -rapporten met bijlagen. Met name bij stukken van na omstreeks 1769 is dit het geval. De oorspronkelijke opzet van de administratie van de kamer Zeeland was blijkbaar de overgekomen brieven en papieren uit Indië geografisch te ordenen en in één band alleen de kopie-missiven van één zelfde kantoor op te nemen. Ook dit systeem is echter verre van consequent volgehouden. Talloze delen bevatten geheel willekeurig stukken van verschillende kantoren. Indien een band kopie-missiven uit twee of meer kantoren bevat, wordt deze band bij dat kantoor vermeld waarvan de stukken het grootste gedeelte van de band innemen, met vermelding van de missiven van andere kantoren. Verwijzing naar banden in andere reeksen vindt plaats door middel van een blanco inventarisnummer (----). Bij de rangschikking van de kantoren is afgeweken van de door de kamer toegepaste volgorde en is die uit de generale missiven van gouverneur-generaal en raden aangehouden

subdirectory-right

Deel II/E.5.05 Ambon

subdirectory-right

7903-7947, 8522 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden uit Ambon. Met bijlagen

subdirectory-right

7943 Ambon, 1788 mei 26 - juni 2; Banda, 1788 mei 28 - aug. 31

subdirectory-right

152 Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

subdirectory-right

Deel II Kamer Zeeland

subdirectory-right

Deel II/E INGEKOMEN STUKKEN VAN GOUVERNEUR-GENERAAL EN RADEN BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND

Voor een toelichting zie hoofdstuk 3, p. .

subdirectory-right

Deel II/E.5 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden van de kantoren in Indië

Van ieder kantoor zijn eerst de reeksen kopie-missiven en -rapporten met bijlagen opgenomen. Dikwijls zijn echter ook van de bijlagen aparte reeksen gevormd. Dit is weinig consequent geschied en het is daardoor mogelijk dat stukken die in zo'n reeks bijlagen ontbreken, terug te vinden zijn in de reeks kopie-missiven en -rapporten met bijlagen. Met name bij stukken van na omstreeks 1769 is dit het geval. De oorspronkelijke opzet van de administratie van de kamer Zeeland was blijkbaar de overgekomen brieven en papieren uit Indië geografisch te ordenen en in één band alleen de kopie-missiven van één zelfde kantoor op te nemen. Ook dit systeem is echter verre van consequent volgehouden. Talloze delen bevatten geheel willekeurig stukken van verschillende kantoren. Indien een band kopie-missiven uit twee of meer kantoren bevat, wordt deze band bij dat kantoor vermeld waarvan de stukken het grootste gedeelte van de band innemen, met vermelding van de missiven van andere kantoren. Verwijzing naar banden in andere reeksen vindt plaats door middel van een blanco inventarisnummer (----). Bij de rangschikking van de kantoren is afgeweken van de door de kamer toegepaste volgorde en is die uit de generale missiven van gouverneur-generaal en raden aangehouden

subdirectory-right

Deel II/E.5.06 Banda

subdirectory-right

div.nrs. Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden uit Banda. Met bijlagen

Rechten

De scans en de transcripties op deze website zijn vrijgegeven als open data onder een CC0 publieke domein verklaring. Op de archiefbeschrijvingen (weergegeven bij de zoekresultaten en onder de knop 'i') kunnen rechten rusten. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende archiefinstelling.

closeTerug naar inventaris

Transcriptie

208

in is bij dies opening te kort bevonden, Een Parthij medicamenten ten

bedraegen van ƒ148: 3:—: welke kast te dier tijd apparentelijk door

de indispositie van de welEd: Agtb: Heer Gouverneur Seidelman

ten huijder van de Casteels opperchieurgijn Benteling gebragt, en Geopend is,

die daar anders geen bemoeijenis van had, alzoo die medesijne direct den

welEd: Agtb: Heer Gouverneur toebehoorde, ’t welk ook de reden zal zijn, dat

zijn welEd: Agtb: over die te koot kominge, ten nadeel op belasting voor d’'E Comp:

niet heeft Gelieve te disponeeren

Waar uijt dan niet onduijster blijkt, dat hij Benteling Naer Hoog

Edelheeden met schijn waarheeden is voorgekomen; als of hij door ’t Ban„

„date ministerie Grootelijks benadeelt is, en zo als hij bij zijn supplicq, ten on„

„rigten duaft aentehaelen zo in gratieus behandelt te zijn.

Welke handel wijse wel verre is, van zuijverheid waar op hij zig beroept,

Gelijk ook ’t berigt der gecommitteerdens ’t Contrarie van die

voorgewende Zuijverheid aantoont, zoekende hij zijn te kort: komst te

defendeeren, waar toe hij Geen de minste betrekking heeft of maken kan

De Ondergetekendens hebben in den tijd, dat Benteling: zijn administra„

„tie aan zijn vervanger heeft overgegeven, wel horen verhalen, van de

daar meede toe Gecommitteerd Geneest zijnde hospitalier Habich, dat 'er

zeer veele bedorven medicamenten als doen bevonden zijn, die door de

aankomende Opperchirurgijn Schreuder, niet konde werden Geaccepteerd

en ’t waar beter Geweest, dat hij Benteling dit als de reede zijn's te kort

komst hadde bij gebragt, als waarheid behelsende, en aangetoont dat dus„

„danig bederf buiten sijn toedoen, en niet door Een onagteloose en verwaar„

„loos de toesigt op sijn administratie was veroorsaekt, en wanneer

hij direct bij zyn overgaaf zulks hadde bekent gemaekt; en daar

van Een behoorlijke voldoende bewijs aen de Agtb: Heer Gouverneur,

hadde overgelegt, hij dan van die belasting had konne vrij geweest zijn, en

geen reden zoude hebben kunnen bij brengen, om de Bandase minis„

„ters van Ingratieuse behandelingen te beschuldigen, en was hij zodanig

als na zijn aanhaling behandelt, dan zou den selven Genoegsaam, tot op

de laaste dag van zijn vertrek toen den presente Heer Gouverneur Liet redres„

„seeren.